Met de sfeerbediening roept de bewoner één van de voorgeprogrammeerde sferen op. Een sfeer is een combinatie van instellingen voor verlichting, rolluiken, zonwering, etc.
Sferen worden ingesteld bij het programmeren van de installatie. De software bevat 22 pictogrammen waaruit er maximaal acht gekozen worden. Aan deze acht pictogrammen worden één of meerdere acties gekoppeld om de gewenste sfeer te creëren.
Om een sfeer te activeren:
1 Raak één van de toetsen aan om het display te doen oplichten. Standaard is het display verduisterd om energie te besparen.
2 Druk op de navigatietoetsen tot het pictogram voor de gewenste sfeer verschijnt.
3 Druk op toets “C”.
Het pictogram wordt amberkleurig. Het blijft amberkleurig zolang de sfeer geactiveerd is.
Zie Installatie in Drukknoppen met display.