De meetmodule elektriciteit bestaat in een uitvoering met één kanaal en een uitvoering met drie kanalen. Hiermee kun je het verbruik of de productie meten op één of meerdere schakelkringen of fasen.
Typische toepassingen voor deze modules:
Indicatie | Omschrijving | Uitleg |
---|---|---|
A. | +/- schroefklemmen | Hier sluit je de bijgeleverde stroomklemmen aan. |
B. | Schuifbrug | Hiermee verbind je een volgende module waardoor de bus en de voedingsspanning doorgegeven zijn. |
C. | Stroomklemmen | Deze klik je op de geleiders van de schakelkring waarvan je het verbruik of de productie wilt meten. |
D. | L/N-schroefklemmen | Hier sluit je de fase aan waarvan je de spanning wilt meten. |
E. | ADDRESS-knop | Hiermee geef je bij het programmeren van de installatie het unieke adres van de module door tijdens de adresseringsfase. |
F. | KANAAL-leds | Een per kanaal. Licht op in TEST-mode als het verbruik of de productie van dat kanaal meer dan 20 W is. Als er een kanaalfout optreedt, knippert de led om een foutcode weer te geven. |
H. | STATUS-led | Licht op in TEST-mode als de module correct aangesloten is en goed functioneert. Als er een fout optreedt, knippert de led om een foutcode weer te geven. |
Via de bijgeleverde stroomklemmen meet de meetmodule de stroom door één of meerdere geleiders. Via de aansluitklemmen meet de module de spanning van de fase waarop gemeten wordt. Doordat je zowel stroom als spanning meet, krijg je een accurate meting.
De gemeten waarden worden doorgegeven aan de Niko Home Control installatie en gelogd door de connected controller. Het totale elektriciteitsverbruik en eventueel ook de elektriciteitsproductie verschijnen op het ecodisplay. Via het touchscreen, een smartphone of de Niko Home Control energiesoftware kan de bewoner hiervan een gedetailleerd overzicht krijgen.
Op basis van het aantal en het type kanalen dat je wilt meten, kies je een meetmodule elektriciteit met één kanaal of een meetmodule elektriciteit met drie kanalen. Als de elektriciteitsmeter voorzien is van een pulsuitgang, kan het elektriciteitsverbruik ook gemeten worden via pulstelling. Zie Pulsteller.
Maximum kanalen
Per installatie kun je maximaal 20 kanalen meten.
De meetmodule elektriciteit met drie kanalen kun je gebruiken om:
Via de programmeersoftware stel je in hoe de meetmodule elektriciteit met drie kanalen werkt. Gebruik volgende tabel om je keuze te maken:
Benodigdheden om totaal verbruik en totale productie te meten | Meetmodule elektriciteit met één kanaal | Meetmodule elektriciteit met drie kanalen |
---|---|---|
Eenfasige aansluiting | 1 | - |
Eenfasige aansluiting en zonnepanelen* | Minimaal 2 | 1 |
Driefasige aansluiting (3N 400 Vac) | - | 1 |
Driefasige aansluiting (3N 400 Vac) en eenfasige zonnepanelen | 1 | 1 |
Eenfasige aansluiting en driefasige zonnepanelen | - | 2 |
* In dit geval gebruik je meerdere meetmodules met één kanaal of één meetmodule met drie kanalen.
De meetgegevens worden opgeslagen in het geheugen van de connected controller. Hoe lang de connected controller deze gegevens bewaart, hangt af van het aantal kanalen in de installatie. Een overzicht vind je in volgende tabel.
Aantal kanalen | Opslagcapaciteit van de connected controller |
---|---|
3 | 9 jaar |
9 | 3 jaar |
15 | 1,5 jaar |
20 | 1 jaar |
Opgelet
Tijdens het opbouwen van de schakelkast mag de installatie niet onder netspanning staan.
Neem de geldende AREI-voorschriften in acht bij het bekabelen van de belasting.
Op elke motormodule mag slechts één fase aangesloten worden.
Je mag de motormodule zekeren met automatische zekeringen van maximaal 16 A. Bevestig deze vóór de Niko Home Control module.
Het vermogen voor elk kanaal mag maximaal 6 A bedragen.
Sluit geen verschillende spanningen aan op dezelfde motormodule.
1 Klik de meetmodule op een DIN-rail.
2 Klik de stroomklem rond de geleider(s) van de schakelkring of -kringen waarvan je het verbruik of de productie wilt meten.
De L-zijde van de stroomklem moet van de hoofdteller weg wijzen. De K-zijde moet naar de hoofdteller toe wijzen.
Met één stroomklem kun je op dezelfde fase meerdere schakelkringen meten. Je kunt de stroomklem aanbrengen rond verschillende geleiders.
Houd hierbij rekening met de stroomzin.
3 Sluit de draden van de stroomklem aan op de +/- schroefklemmen van de meetmodule. Respecteer hierbij de polariteit: verbind de rode draad met de + schroefklem en de zwarte met de - schroefklem.
4 Sluit de schakelkring(en) aan op de L/N-schroefklemmen van de meetmodule.
Als je het verbruik of de productie van meerdere schakelkringen op dezelfde fase wilt meten, hoef je maar één van de schakelkringen aan te sluiten op de module.
5 Verbind de meetmodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de meetmodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
Het verwisselen van:
de L/N-schroefklemmen op de meetmodule,
of
de +/- schroefklemmen van de stroomklem,
of
de L- en K-zijde van de stroomklem
brengt geen schade toe aan de meetmodule of de installatie. Het gevolg is wel dat het teken van de gemeten waarde omkeert, waardoor grafieken fout kunnen worden weergegeven.
Bij correcte aansluiting wordt het verbruik altijd positief weergegeven en de opbrengst (bijv. actieve zonnepanelen) altijd negatief. Je kunt dit controleren op het ecodisplay of het touchscreen.
In de programmeersoftware kun je de munteenheid instellen: EUR, GBP of SEK. Per kanaal kun je volgende instellingen ingeven:
Het verwisselen van:
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.
LED | ACTIE | FOUT | MOGELIJKE OORZAKEN |
---|---|---|---|
STATUS-led | Knippert met één puls per twee seconden. | Softwarefout | Verkeerde softwareversie.* *Download de laatste versie van de software op de Niko website en voer een upgrade uit van de module. |
KANAAL-led | Knippert snel. | Modulefout | De module is defect. Er zit geen spanning op de L/N-schroefklemmen. |