Indicatie | Omschrijving | Uitleg |
---|---|---|
A. | N-schroefklem | Hier sluit je de nuldraad aan |
B. | Schroefklemmen 1'-3' of 1'-6' | Hier sluit je de fasedraad aan van de belasting die geschakeld wordt. |
C. | Schuifbrug | Hiermee verbind je een volgende module waardoor de bus en de voedingsspanning doorgegeven zijn. |
D. | KANAAL-led | Eén per kanaal. Licht op in TEST-mode als de output geactiveerd is. |
E. | Knoppen 1-3-6 | Hiermee activeer of deactiveer je elke output afzonderlijk. Let erop dat deze activering of deactivering tijdelijk is want dit wordt overschreven door buscommunicatie |
F. | L-schroefklemmen | Hier sluit je de 230V-netspanning aan. |
G. | ADDRESS-knop 1 | Deze knop heeft een dubbele functie. naast de functie beschreven onder "E" geef je tijdens het programmeren in de adresseringsfase het unieke adres door. |
H. | STATUS-led | Licht op in TEST-mode als de module correct aangesloten is en goed functioneert. Als er een fout optreedt, knippert de led om een foutcode weer te geven. |
Het bussignaal van de connected controller activeert één of meerdere outputs van de schakelmodule. Je kunt de outputs ook manueel activeren of deactiveren met de knoppen op de schakelmodule. Let erop dat deze activering of deactivering tijdelijk is want dit wordt overschreven bij de eerstvolgende buscommunicatie.
Outputs activeren of deactiveren gebeurt via energiezuinige bistabiele relais in de module. De toestand van het relais wijzigt alleen als de controller of één van de schakelknoppen een datapuls genereert.
Type verlichting | Maximale RMS-stroom |
spaarlampen (CFLi), ledlampen en fluorescentieverlichting met elektronisch voorschakelapparaat (EVSA) | 3 A |
tl-lampen (parallel gecompenseerd) | 6 A |
tl-lampen (niet-gecompenseerd of in serie gecompenseerd) | 10 A |
laagspanningshalogeenlampen met een gewikkelde of elektronische transformator | 10 A |
gloeilampen, 230V-halogeenlampen (resistieve belasting) | 16 A |
Om de module te installeren:
1 Klik de schakelmodule op een DIN-rail.
2 Sluit de netspanning enkelfasig aan op de L-schroefklemmen.
De drievoudige schakelmodule heeft drie afzonderlijke L-schroefklemmen. Je kunt dus drie voedingskringen aansluiten.
Bij de zesvoudige schakelmodule zijn de zes schroefklemmen onderaan doorgelust in twee groepen van drie. Je kunt dus twee voedingskringen aansluiten.
3 Sluit de schakelkringen die je wilt schakelen, aan op de schroefklemmen 1’-3’ of 1’-6’.
4 Groepeer de nuldraden en sluit ze aan op een N-schroefklem.
5 Verbind de schakelmodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de schakelmodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
Opgelet
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.
LED | ACTIE | FOUT | MOGELIJKE OPLOSSINGEN |
STATUS-led | Knippert met één puls per twee seconden. | Softwarefout | Verkeerde softwareversie.* *Download de laatste versie van de software op de Niko website en voer een upgrade uit van de module. |