De verwarmings- of koelingsmodule stuurt de verwarming of koeling aan van vier zones of kamers.
Indicatie | Omschrijving | Uitleg |
---|---|---|
A. | Schroefklemmen 1'-4' | Hier sluit je regelkleppen, elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden aan. |
B. | Schroefklemmen H/C' | Hier sluit je circulatiepompen of het schakelcontact van de verwarmingsketel of de koeleenheid aan. |
C. | Schuifbrug | Hiermee verbind je een volgende module waardoor de bus en de voedingsspanning doorgegeven zijn. |
D. | H/C-led | Licht op in TEST-mode als de Niko Home Control thermostaat een warmte- of koelingsvraag doorgeeft. |
E. | H/C-knop | Hiermee kun je ook manueel een warmte- of koelingsvraag doorgeven |
F. | Schroefklemmen H/C | Hier sluit je de verwarmingsketel of de koeleenheid aan op de netspanning of de zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS) of verbind je de schroefklemmen met elkaar. |
G. | Schroefklemmen N en COM | Hier sluit je de netspanning of de zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS) aan. |
H. | Hiermee activeer of deactiveer je de aangesloten outputs op schroefklemmen Let erop dat deze activering of deactivering tijdelijk is want dit wordt overschreven bij de eerstvolgende buscommunicatie. | Knoppen 1-4 |
I. | ADDRESS-knop 1 | Deze knop heeft een dubbele functie. Naast de functie beschreven onder "H" geef je bij het programmeren van de installatie via deze knop het unieke adres van de module door tijdens de adresseringsfase. |
J. | KANAAL-leds | Eén per kanaal. Licht op in TEST-mode als de output geactiveerd is. |
K. | STATUS-led | Licht op in TEST-mode als de module correct aangesloten is en goed functioneert. Als er een fout optreedt, knippert de led om een foutcode weer te geven. |
De module heeft vier outputs waarmee ze regelkleppen (bijv. zoneventielen op 230 Vac of 24 Vdc), elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden (bijv. airconditioners of ventilatorconvectoren) in vier zones of kamers aanstuurt. Zo kun je vier zones of kamers waar een Niko Home Control thermostaat staat, afzonderlijk verwarmen of koelen. De module heeft één output waarmee ze de circulatiepomp of verwarmings- of koelinstallatie aanstuurt. Als de module een warmte- of koelingsvraag krijgt van de Niko Home Control thermostaat in één van de zones of kamers, wordt het desbetreffende contact gesloten. In installaties met een warmwaterreservoir wordt de circulatiepomp geactiveerd.
De module houdt rekening met de openings- en sluitingstijden van de zoneventielen en met de nalooptijden van de verwarmings- of koelinstallatie. Zo kunnen geen conflicten ontstaan in de installatie.
Opgelet
De module verandert niets aan de instellingen van de verwarmings- of koelinstallatie.
Elke module stuurt de verwarming of koeling aan voor vier zones of kamers.
Per vier bijkomende zones of kamers die je wilt verwarmen of koelen, heb je een extra module nodig. Je kunt maximaal 20 zones of kamers verwarmen en koelen. In één installatie kun je dus maximaal tien modules hebben.
In de programmeersoftware bepaal je welk contact (uitgangscontact 1-4 of H/C-contact) gesloten moet worden bij een bepaalde warmte- of koudevraag.
De module is geschikt om potentiaalvrije ketelcontacten te schakelen. Volgende tabel geeft een overzicht van de maximale belasting per type.
Type belasting | Maximale RMS-stroom |
---|---|
inductieve belasting (circulatiepompen …) | 6A |
capacitieve belasting | 10A |
resistieve belasting (elektrische verwarmingstoestellen …) | 16A |
Contacteer de HVAC-installateur voordat je met de installatie begint. Hij voorziet de verwarmings- of koelinstallatie van regelkleppen (bijv. zoneventielen op 230 Vac of 24 Vdc op de verwarmingscollector of radiator) en gaat na welk contact je moet gebruiken om de centrale verwarmingsketel of koeleenheid aan te sluiten. Verder zorgt hij dat je de centrale
verwarmingsketel of koeleenheid (ketel-, stuur- of telefooncontact, etc.) of circulatiepomp kunt aansluiten. Voor een goede regeling kun je ook informatie inwinnen bij de fabrikant van dergelijke systemen.
Om de module te installeren:
1 Klik de schakelmodule op een DIN-rail.
2 Sluit de regelkleppen, elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden (bijv. airconditioners of ventilatorconvectoren) aan op schroefklemmen 1’-4’. Idealiter heeft de koeleenheid zelf een regeleenheid.
3 Sluit de circulatiepomp, de verwarmingsketel of de koeleenheid aan op schroefklemmen H/C’.
4 Afhankelijk van de verwarmings- of koelinstallatie in de woning sluit je de ZLVS (zeer lage veiligheidsspanning) aan op de schroefklemmen H/C of verbind je de schroefklem H/C met de schroefklem ernaast.
5 Sluit de ZLVS (zeer lage veiligheidsspanning) aan voor de regelkleppen, elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden (bijv. airconditioners of ventilatorconvectoren).
Zoneventielen op 24 Vdc mogen niet gevoed worden op de busvoeding.
6 Verbind de verwarmings- of koelingsmodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de verwarmings- of koelingsmodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
Ventilatiestand | Driedraads | Tweedraads |
---|---|---|
Laag (eco) | contact 1 | - |
Normaal | contact 2 | contact 2 |
Hoog | contact 3 | contact 3 |
In de programmeersoftware kun je volgende instellingen ingeven voor de verwarmings- of koelingsmodule.
De reactietijd van de regelkleppen die aangesloten zijn op outputs 1’-4’. | |
Wat is het? | De tijd die nodig is om de regelkleppen te openen of te sluiten. |
Waarom is dit nodig? | Om conflicten met de centrale verwarmingsketel of koeleenheid te voorkomen. De module opent eerst de regelklep voor de zone en activeert dan pas de centrale verwarmingsketel of koeleenheid. |
Standaardinstelling | 1 minuut |
Bijzonderheden | Als je met elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden werkt, moet de reactietijd nul zijn. |
Reactietijd
De reactietijd geldt voor alle kleppen die op de verwarmings- of koelingsmodule aangesloten zijn. Kies gelijkaardige kleppen voor elke output.
De nalooptijd van de centrale verwarmingsketel of koeleenheid. | |
Wat is het? | De tijd die de centrale verwarmingsketel of koeleenheid nodig heeft om te stoppen. |
Waarom is dit nodig? | Om restwarmte of -koelte af te voeren. De regelklep voor de zone blijft open voor de ingestelde tijd zodat de centrale verwarmingsketel of koeleenheid zijn warmte of koelte kwijt kan. |
Standaardinstelling | 3 minuten |
Bijzonderheden | Als je met elektrische verwarmingstoestellen of afzonderlijke koeleenheden werkt, moet de nalooptijd nul zijn. Als de centrale verwarmings- of koelinstallatie uitgerust is met een circulatiepomp, moet de nalooptijd nul zijn. |
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.
LED | ACTIE | FOUT | MOGELIJKE OORZAKEN |
---|---|---|---|
STATUS-led | Knippert met één puls per twee seconden. | Softwarefout | Verkeerde softwareversie.* *Download de laatste versie van de software op de Niko website en voer een upgrade uit van de module. |