Een aardlekschakelaar meet dus de stroom die de elektrotechnische installatie ingaat en de stroom die weer terugkomt. Is de ingaande stroom groter dan de stroom die terugkomt, dan is er sprake van lekstroom; de stroom vloeit dan via de aarding weg. Zo gauw de lekstroom een vastgestelde waarde overschrijdt, schakelt de aardlekschakelaar automatisch af waardoor de elektrotechnische installatie spanningsloos wordt.
Een zekering bied bescherming tegen kortsluiting en overstroom. een zekering biedt dus de bescherming tegen het verbranden van machines en bekabeling.
Dit is geheel afhankelijk van uw elektrische installatie. De hoeveelheid zekeringen hangt af van het aantal lichtsturingen en het aantal stopcontacten in je huis.
Een zekering heeft een hendel die op en neer gaat voor het inschakelen. Op dit toestel zit geen testknop.
De ligging van de magnetische drempel bepaalt de 'curve' van de automaat. De elektrische kring moet zo berekend zijn dat de kleinste kortsluitstroom of aardsluitstroom de automaat magnetisch doet uitschakelen. Dit is belangrijk voor het beveiligen van lange kabels met een kleine doorsnede. Indien de kortsluitstroom te klein is moet ofwel een lagere drempel genomen worden ofwel een kabel met grotere doorsnede.
De zekering beschermt mij tegen elektrische schokken
Een zekering beschermt enkel tegen overstroom en zal zonder combinatie met verliesstroomschakelaar niet uitschakelen zolang hij zijn nominale stroomwaarde niet heeft bereikt.
Als je een zekering vervangt moet deze steeds dezelfde waarde hebben
De waarde van de zekering hangt af van zowel de belasting die er op aangesloten zit als de draadsectie.